Vuurrugfazanten

Focusgroep

Vuurrugfazanten

Deze soort maakt deel uit van focusgroep Vuurrugfazanten

Laatste update: 13.02.2023

Maleise kuifloze vuurrugfazant

 

Ringmaat: 12 mm - kunststofring

Wetgeving: nvt

Wetenschappelijk: Lophura e.erythrophthalma (Raffles, 1822)

Nederlands: Maleise kuifloze vuurrugfazant  

Engels: Crestless Fireback (nominate)

Frans: Faisan à queue rousse (nominal)

Duits: Malaien-Gelbschwanzfasan

 

Orde: Hoenderachtigen

Familie: Phasianidae

Geslacht: Lophura

 

Soort: nominale ondersoort

Dit taxon is een ondersoort van: Lophura erythrophthalma

Staat: critical endagered - ernstig bedreigd

 

Richtlijnen voor het houden van de Maleise kuifloze vuurrugfazant

  • Zoals alle vuurrugfazanten dient de Maleise kuifloze vuurrug te beschikken over een vorstvrij  binnenhokvan ongeveer een 4m². Aanbevolen temperatuur is 5 tot 10 graden celcius. 

  • Naast het binnenhok is een buitenvolière  van minimum 15 m² vereist. Deze dient beplant te zijn zodat de hen kan ontsnappen aan de agressiviteit van de haan door in de hoogte (bv. in een spar) te kunnen wegvliegen.

  • Voeding: zoals bij de meeste fazantensoorten vervult een degelijke korrelvoeding de basisbehoeften. Dit dient dan ook twee tot drie maal in de week aangevuld te worden met een fazantenmengeling bestaande uit maïs, tarwe, boekweit, dari, gerst,... Daarnaast zijn het dagelijks verstrekken van fruit onder de vorm van appel, bessen, mango, druiven… aan te raden. Twee maal per week wordt een eiwitrijke voeding verstrekt en dit onder de vorm van buffalowormen of pinkies. Het spreekt voor zich dat er steeds vers drinkwater dient ter beschikking te staan. 

  • De hen legt haar eieren  meestal in een hoek op de grond in het binnenhok. Hou er dus rekening mee om ook daar beschutting te voorzien. Gezien de Maleise kuifloze vuurrug met uitsterven bedreigd is, is het wenselijk om de eieren te verzamelen zodat ze niet verloren gaan. Het uitbroeden gebeurd bij voorkeur met krielkippen vermits de uitkomst in een broedmachine erg laag is.

  • Het opkweken van de kuikens dient het liefst met een kunstmoeder te gebeuren dit om zoveel mogelijk verliezen te voorkomen. Broedse krielen komen hiervoor ook in aanmerking doch dan is waakzaamheid geboden. Er moet goed op toegezien worden dat de kuikens ‘s avonds onder de kriel zitten. De uitloopmogelijkheden van de kuikens dient de eerste dagen dan ook erg klein te zijn. Een voordeel echter bij de opfok met krielen is dat de kuikens meestal minder stress hebben en het typische gedrag van “bekpikken”, iets dat zich bij vuurruggen nogal eens manifesteert, minder tot uiting komt.