Kamhoenders

Focusgroep

Wilde Kamhoenders

GROEN KAMHOENDER

Groene Kamhoender
Wetenschappelijke naam:  GALLUS VARIUS


Engels: Green Junglefowl
Frans: Coq de Java
Duits: Gabelschwanzhuhn

Taxonomische status:

 Soort status: full species
Ondersoorten: /
TSN: 176089

Verspreidingsgebied

De Groene Kamhoenders of “Gallus varius” leven oorspronkelijk, op de Indonesische Soenda-eilanden (Java, Bali, Lombok, Komodo, Sumba, Flores).  Het “Groene Kamhoen“ is een eilandhoppende soort, waardoor ze ook voorkomen op de aangrenzende kleine eilanden.  Ze schijnen te zijn uitgezet op de Cocoseilanden en Christmaseiland.  Dat ze ook op Sumatra zouden voorkomen lijkt nu onjuist te zijn. 

Kaart

Beschrijving

Dat Groene Kamhoenders sierlijke vogels zijn hoeft geen betoog.  Vooral de hanen zijn bijzonder, met hun enkele keelwam en hun roos-blauw-gele niet-getande kam.  Daarnaast hebben de hanen een 8 i.p.v. 7 paar staartstuurveren en een 5 i.p.v. 4 paar “langere & smallere” nevensikkels. 

De hennen hebben een donker geheel met lichte en donkerbruine zoming op de buik en borst welke op de vleugeldekveren overgaat in donkere dwarsbanden.  Zoals bij alle kamhoenders ontbreken de kopversierselen buiten het legseizoen.  De hennen zijn zelden geslachtsrijp in het eerste jaar.  Ze leggen in april-juni nesten van 5 tot 10 eieren die ze in 21 dagen uitbroeden. 

 

Biotoop en voedsel

Op de eilanden waar ze leven, vormen de stranden schijnbaar aantrekkelijke foerageerplekken en bieden deze plaatsen ook een bijzondere voedselbron.  Groene Kamhoenders schikken zich schijnbaar ook in de nieuwe palmolieplantages. 

In volièremilieu worden ze gevoerd met regulier fazantenvoer aangevuld met dierlijke eiwitten en gekiemde zaden. 

Gedrag

Groene kamhoenders zijn stressgevoelige vogels.  Meelwormen als snoepgoed maakt de dieren wat rustiger.
De dieren zijn altijd schuw en voortdurend op hun hoede. Zelfs in de buurt van menselijke nederzettingen, zoals bij de heilige tempels. Alhoewel de dieren zich meestal verbergen, geven ze er de voorkeur aan om aan de buitenranden van de bosschages te foerageren. Met name in de vroege morgen en in de avond zijn de dieren te vinden op ontgonnen terrein en op open plekken in het bos.

De dieren leven het grootste deel van het jaar in kleine groepjes en / of in familieverband. Gedurende het broedseizoen zonderen de sterke hanen zich met één of meerdere hennen af. De jonge hanen leven dan afzonderlijk in groepjes van 2 of 3 hanen.

Om hun territorium aan te duiden, kennen de hanen van alle 4 de soorten een karakteristieke kraai. De kraai van het rode kamhoen lijkt op die van het gedomesticeerde hoen, maar is kort en wordt abrupt afgebroken: kukeleku. De kraai van het groene Javahoen is schor en klinkt als chaw-aw-awk. De kraai van het Sonnerathoen bestaat, net zoals bij het rode kamhoen, uit een enkele kraai met 4 samengestelde noten. De duur is ongeveer gelijk als bij het rode kamhoen en klinkt als ah ahah ah ah. De kraai van het Lafayettehoen klinkt als george joyce.

 

Statuut

De populariteit van de Bikesars heeft als bizar gevolg dat de Gallus varius bedreigd is in het gebied van oorsprong, want vooral de hanen worden met dit doel weggevangen.